¨Onkruid vergaat niet maar kost goudgeld¨ en ¨Geen gif, dan maar kokend water¨
stond in het AD van 3 oktober 2017.
Als alternatief voor chemische middelen om onkruid te bestrijden worden 3 mogelijkheden genoemd: borstelen, branden en kokend water.
Helaas komt niet het product zout in het lijstje voor, terwijl dit nou juist de oorzaak is waardoor de gemeenten miljoenen euro’s per jaar extra kwijt zijn.
Mensen vroegen hoe is het mogelijk, op de openbare weg groeit nauwelijks onkruid terwijl mijn oprit en terras wel een oerwoud lijkt. Dat heeft te maken met de winter. Een paar jaar geleden strooide de gladheidbestrijdingsdienst meerdere malen per winter strooizout. Als bijwerking ontstond hierdoor een ziltig klimaat tussen de straatklinkers… en daar kan onkruid niet tegen.
De laatste winters waren zeer zacht waardoor er minder vaak werd gestrooid, daarnaast beperken de gemeenten zich tegenwoordig alleen tot de doorgangswegen en bovendien wordt er tegenwoordig om kosten en zout te besparen vaak nat gestrooid i.p.v. korreltjes steenzout op de weg. Uiteraard spelen meer oorzaken een rol, maar het verminderde zoutgebruik is de hoofdzaak.
De zoutproducenten bieden hun zout niet als onkruidzout aan. Naast dat zij niet de oorlog willen verklaren met milieuactivisten (iedere korrel strooizout is al te veel) moet rekening worden gehouden met de Biocide wetgeving. Hierin staat dat ieder verdelgingsmiddel een toelatingsnummer moet hebben. Hierop is een kort uitzonderingslijstje, de z.g. RUB-lijst. Op deze RUB-lijst staat dat Onkruidzout is toegestaan. Zodra deze RUB-lijst komt te vervallen zal er een toelatingsnummer worden aangevraagd.
Gemeenten hoeven niet te investeren, de strooiwagens hebben ze al staan. Wel zullen de mensen vreemd opkijken wanneer ze een strooiwagen hartje zomer door de straten zien voorbij komen.
Wat natuurlijk gelijk weer de discussie op gang brengt. Wat is het meest milieuvriendelijk: borstelen, branden, kokend water of Onkruidzout.